Het geluk ligt op straat
Straks haal ik hem op,
de man met wie ik het liefst door Utrecht loop.
Dan gaan we naar alle plekken waar we van houden
en doen we de dingen die we het liefste doen.
Eerst een Capacinno bij Buren,Louis,
of in zo’n nieuw hip tentje.
Dan slenteren we door de nauwe straatjes, boekwinkels, tweedehandszaakjes en galeries in en uit.
We eindigen op een terras met een Duvel
en een portie bitterballen.
We lopen naar ons grachie, langs de singel en de Maliebaan.
De straten liggen bezaaid met herinneringen.
Straks zullen we in ons kajuitje liggen, maar nu genieten we nog even van het licht dat het water raakt.
Zo’n moment dat tijd verstilt.
Dat je denkt is dit wel echt?
We zien kinderen spelen in de straat waar we eens woonden.
We denken aan feesten en aan onze doden.
Daar hebben we geen woorden voor nodig.
Hooguit een klein kreetje.
We strepen films en dansvoorstellingen aan en bekijken welke boeken eruit zijn.
Wij wandelen door ons eigen museum.
Ontdekken de pleintjes en de nauwe steegjes.
We delen de geuren van deze prachtige stad.
Mijn haar waait in mijn gezicht en jij aait een kat.
Utrecht als tableau vivant.
Alles is van ons.
We hebben de stad gemerkt met onzichtbare sporen.
Ons wandelen een ritueel van herhaling.
Alles wat ik tijdens mijn wandelingen alleen ontdek zal ik later met je delen, zo verdubbel ik de lol en vergroten we het kleine.
Utrecht is ons samenspel.
Nu al weet ik achter welke boom ik me straks ga verstoppen en jij zal me quasi niet vinden
Uuuuuuuuuuwateengeluk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten